Hieronder staat de landelijke stand van zaken. Deze data worden maandelijks vernieuwd.
Het aantal publieke, semi-publieke en snellaadpunten wordt gemonitord op basis van een data-koppeling. Het aantal thuislaadpunten wordt niet geregistreerd en is daarom gebaseerd op een onderbouwde schatting.
Door nieuwe inzichten zijn er in de loop der jaren een aantal dataverbeteringen aangebracht die hebben geleid tot een verandering in de gepresenteerde aantallen laadpunten.
- September 2019: verbetering in de monitoring van het aantal snellaadpunten
- September 2020: verbetering in de monitoring van het aantal semi-publieke laadpunten
- Maart t/m juni 2023: dubbelingen in de laadpunten van bepaalde CPO’s, waardoor er in deze periode een oververtegenwoordiging van met name het aantal snellaadpunten was.
- Oktober 2023: snellaadpunten omvatten enkel nog laadpunten van 50 kW en meer. Alle voorheen als snel geklassificeerde laadpunten tussen de 22-49 kW vallen nu onder de (semi-)publieke laadpunten.
Zie Definities en methode voor een uitgebreide toelichting bij de manier waarop de gegevens verzameld worden, de verbeteringen in de monitoring en voor de gebruikte methode in de analyse van de gepresenteerde indicatoren. De data die getoond wordt in de grafieken is te downloaden via Monitoring per gemeente.
Geplande laadpunten – tot 2025
Per begin 2023 is de plaatsing van 40.000 publieke laadpunten tot 2025 gegund binnen de lopende concessies van gemeenten en provincies.
Het geplande aantal laadpunten wordt jaarlijks geüpdatet.
Prognose
Bij het opstellen van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL), onderdeel van het Klimaatakkoord, is voorspeld dat er 1,7 miljoen laadpunten nodig zijn in 2030 om alle elektrische personenauto’s te kunnen laden. Belangrijk om te benadrukken is dat de genoemde 1,7 miljoen laadpunten in 2030 een prognose en geen doelstelling is, vanwege de onzekerheden in een snel ontwikkelende markt.
Onderstaande tabel is onderdeel van de prognose en geeft een indicatief tijdspad weer voor de benodigde aantallen laadpunten per jaar tot en met 2030.
Deze prognose is opgesteld met de kennis en stand van zaken uit 2019. Technologische ontwikkelingen volgen elkaar snel op, zo is de actieradius van elektrische auto's in de afgelopen jaren fors toegenomen en wordt het snelladen steeds sneller met kortere laadsessies als gevolg, ook neemt het aanbod aan snelladers toe. Aan het eind van het jaar wordt bepaald of een aanpassing van de prognose nodig is.
Landelijk dekkend netwerk
Vanuit de NAL streven we ernaar om in 2025 een landelijk dekkend laadnetwerk te hebben. Met een landelijk dekkend netwerk zorgen we ook voor een publiek laadpunt op locaties waar er niet op korte termijn vraag is van een elektrische rijder die er woont. Dat betekent dat er een basisnetwerk moet zijn. Dus op elke locatie waar publiek laden op bestemming voor de hand ligt is een laadpunt aanwezig. Vertaald naar de CBS-rastercellen (500x500 meter) betekent dit dat er ten minste één publiek laadpunt in de cel aanwezig dient te zijn indien de cel 125 huishoudens of meer telt. Dit komt overeen met een stedelijkheidsklasse van 4 of lager. De meting van het landelijk dekkend netwerk is begin 2020 gestart. Sindsdien is het aantal witte vlekken afgenomen, bijvoorbeeld door plaatsing van publieke laadpalen vanuit regionale concessies.
Op basis van bovenstaande definitie wordt deze grafiek gepresenteerd. De witte vlekken zijn vierkanten met stedelijkheidsklasse 4 of lager waarin nog geen publieke laadpunten staan. De blauwe lijn laat zien in hoeveel procent van de vierkanten met stedelijkheidsklasse 4 of lager al een publiek laadpunt aanwezig is.
De vierkanten zijn met behulp van CBS-statistieken opgesteld. Het koppelen van de laadpunten aan de vierkanten gebeurt op basis van Eco-movement locatiedata. Fluctuaties komen in deze data weleens voor. Bijvoorbeeld als een laadpunt verplaatst is, defect is of om een andere reden ‘out of order’, dan kan het zijn dat een witte vlek ontstaat, die er de vorige keer nog niet was. Voor de definitie van publieke en semi-publieke laadpunten, zie Definities en methode | Nationale Agenda Laadinfrastructuur.
Laaddrukanalyse
Wat is de laaddrukanalyse?
De laaddrukanalyse geeft inzicht in de beschikbaarheid van publieke laadpunten tijdens piekmomenten. Het brengt daarnaast ook in beeld bij welke publieke laadpunten de laadvraag zodanig is toegenomen dat het wenselijk is om een laadpunt in de buurt bij te plaatsen.
Berekenen van de laaddruk
De laaddrukanalyse maakt gebruik van een raster met vierkanten van 500x500 meter. Alleen rasters met een stedelijkheidsklasse van 1 (zeer stedelijk) t/m 4 (laag stedelijk) tellen hierin mee. In elk raster moet minimaal één laadpunt beschikbaar zijn tijdens piekmomenten.
Voor elk vierkant worden de piekuren bepaald op basis van de drie meest bezette uren per week. Om extremen uit te vlakken wordt de laaddruk bepaald op basis van het maandgemiddelde. De gemeten bezetting wordt afgezet tegen een gewenste bezettingsgraad, die afhankelijk is van het aantal laadpunten in een vierkant. Op basis hiervan krijgt een vierkant de beoordeling 'ruim beschikbaar', 'voldoende beschikbaar' of ‘onvoldoende beschikbaar’. De vierkanten worden hieronder gepresenteerd op een landelijk/regionaal aggregatieniveau.
Gebruikte data
De laaddrukanalyse wordt jaarlijks in het laatste kwartaal uitgevoerd. De data achter de laaddrukanalyse komt van een aantal grote CPO's, met hen zijn afspraken gemaakt over de gepresenteerde aggregatieniveaus. De laaddrukanalyse is daarmee niet volledig, maar geeft wel een indicatief beeld van de laaddruk in Nederland.
Aantal stekkerauto’s per laadpunt
De ontwikkeling van het aantal voertuigen per laadpunt geeft een indicatie van de ontwikkeling van de ‘laaddruk’. Onderstaand figuur toont het aantal stekkerauto’s (volledig elektrisch + plug-in hybride) per laadpunt in 3 verschillende ratio’s.
Beoordeling Laadinfrastructuur
Het rapportcijfer volgt uit het jaarlijkse Nationaal Laadonderzoek en geeft inzicht in de tevredenheid over het laden bij de verschillende typen laadpunten. Het rapportcijfer is van september van het desbetreffende jaar.
Laadmix
De laadmix volgt uit het jaarlijkse Nationale Laadonderzoek en geeft inzicht in het gebruik van de verschillende soorten laadpunten. Deze laadmix is van september en geeft het aandeel gereden kilometers per type laadpunt weer.
Snellaadpunten per vermogen
Elk laadpunt met meer dan 50 kW is een snellaadpunt. Er bestaan grote verschillen tussen snelladen met 50 kW en meer dan 250 kW. Onderstaande figuur geeft een inzicht in de aantallen snelladers per vermogenscategorie.
Snellaadlocaties
Snelladers bevinden zich vaak met meerdere laadpunten op dezelfde locatie (bijvoorbeeld op een verzorgingsplaats langs de snelweg), in tegenstelling tot de meeste normale laadpunten. Onderstaand figuur geeft inzicht in het aantal locaties in Nederland waar snelladers staan.
NB: in deze figuur zijn snellaadpunten nog volgens de oude definitie meegenomen (>22kW)