De AFIR moet het aanbod van openbare laadpunten verbeteren en zal elektrisch rijden in Europa makkelijker maken. Nederland moet binnen zes maanden aan de eerste eisen voldoen.
Zo moet het bij nieuwe snelladers mogelijk zijn om met een betaalpas af te rekenen en moet de prijs per kWh zichtbaar zijn voor EV-rijders die direct willen afrekenen. Voor partners van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) is er ook werk aan de winkel.
Europese ambities
De AFIR sluit aan op Fit-for-55, het pakket maatregelen van de Europese Commissie dat erop is gericht om de netto broeikasgasemissies tegen 2030 ten opzichte van het niveau van 1990 met minstens 55 procent te verlagen. De emissies van nieuwe auto’s moeten tegen 2030 (in vergelijking met 2021) met 55 procent zijn afgenomen en tegen 2035 met 100 procent. Om deze ambities te realiseren is een betrouwbaar Europees netwerk van laadpunten noodzakelijk.
Streefcijfers reguliere laadpunten
De AFIR bepaalt voor alle lidstaten streefcijfers voor het aantal laadpunten en het vermogen van laadpunten voor personenauto’s en vrachtverkeer. Het voorgeschreven aanbod van openbare laadpunten hangt af van het aantal lichte elektrisch voertuigen, zowel elektrisch als hybride. Zo moet er voor elk elektrisch voertuig minimaal 1,3 kW aan publiek laadvermogen zijn. Als in een land bijvoorbeeld 100.000 vol-elektrische auto’s rijden, moet er opgeteld 130.000 kW aan laadvermogen beschikbaar zijn. Omgerekend zijn dat circa 15.000 laadpunten.
Streefcijfers snelladen
De streefcijfers snelladen voor zowel personenauto’s als vrachtverkeer zijn gerelateerd aan het aantal kilometers hoofdwegen. Europa gebruikt hier de classificaties TEN-T ‘kern’ en ‘uitgebreid’ netwerk voor. Uiterlijk 31 december 2030 moet er langs het TEN-T kernnetwerk elke 60 kilometer en op elke rijrichting minimaal 3.600 kW aan laadvermogen beschikbaar zijn voor elektrische vrachtwagens.
Informatie voor gebruikers
Laadpaalexploitanten moeten data over onder andere locatie, prijs en aanwezigheid van laadpunten kosteloos beschikbaar stellen. De lidstaten zijn verantwoordelijk om deze data openbaar toegankelijk te maken via een nationaal toegangspunt.
Eenvoudiger betalen met betaalkaarten
De AFIR stelt Europa-brede eisen aan de diensten en hardware van openbaar toegankelijke laadpunten. Eerder was de mogelijkheid tot laden zonder een abonnement voorgeschreven. Nu zijn aanvullende eisen ingesteld om betalen met betaalkaarten te vereenvoudigen. Zo moet bij het betalen met automatische authenticatie (plug and charge) het ook mogelijk zijn om af te rekenen met de betaalpas of laadkaart.
Belangrijk is verder dat de Europese Commissie met de AFIR technische specificaties kan uitwerken. De Commissie zal daarover advies vragen aan lidstaten en marktpartijen. Dit kan gevolgen hebben voor de protocollen die we in Nederland gebruiken om verschillende onderdelen met elkaar te laten communiceren. Denk daarbij aan de informatie-uitwisseling tussen laadpaal en auto. Voor Nederland is het belangrijk om EU-standaarden vast te stellen die passen bij de open markt die we hier nastreven.
Wat betekent de AFIR voor de NAL-partners?
Partners in de NAL raden we aan om de AFIR goed te bestuderen zodat zij zich kunnen voorbereiden. Laadpaalexploitanten en eigenaren van laadpalen krijgen te maken met eisen voor hardware en datalevering, soms zelfs voor bestaande laadinfrastructuur. NAL-regio’s doen er goed aan om te kijken of hun concessievoorwaarden of vergunningsbeleid aansluiten bij wat er verwacht wordt.
De belangrijkste punten
Hieronder een kort overzicht met de belangrijkste punten uit de AFIR-verordening voor onze partners in de NAL (de volledige tekst is hier na te lezen).