Van reactief naar proactief beleid met laadpaalplankaarten

15-12-2020 756 keer bekeken

De uitrol van laadinfrastructuur gaat een nieuwe fase in. Konden gemeenten voorheen reageren op concrete aanvragen voor laadpunten, nu is het zaak om palen proactief te plaatsen om het groeiend elektrisch vervoer bij te benen.

In de regio Zuidwest van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) doen gemeenten met deze aanpak ervaring op.

De NAL-regio Zuidwest bestaat uit de provincies Zeeland en Zuid-Holland. Zeeland kent één energieregio, waar overheden in samenspraak met marktpartijen invulling geven aan de afspraken in het Klimaatakkoord. “Daarin hebben we vanaf het begin mobiliteit als thema meegenomen”, zegt Tom Stuij, voorzitter van de sectortafel Mobiliteit van de energiesector. “Elektrisch vervoer is immers belangrijk om de CO2-emissie te verminderen. Een tijdige uitrol van de laadinfrastructuur is daarin een belangrijke voorwaarde. Aan de sectortafel maken markt, overheden en de netbeheerder daarover afspraken.”

Proactief en planmatig
“Voor een tijdige uitrol van laadinfrastructuur zijn prognoses zeer belangrijk, stelt Ron de Bruijn, senior adviseur Slimme en Schone Mobiliteit van de provincie Zeeland en regiocoördinator van de NAL. “Enkele jaren geleden hebben we gemeenten ervan bewust gemaakt dat het aantal elektrische rijders elk jaar verdubbelt. Dan moet je laadpalen proactief en planmatig gaan plaatsen op basis van prognoses om de gebruikers op tijd te bedienen. Op basis van de prognoses hebben we met hulp van een adviesbureau nader bepaald waar de laadvoorzieningen kunnen komen. Dit resulteerde in laadpaalplankaarten op wijk- en straatniveau.”

Voordelen van plankaarten
Een belangrijke rol bij de totstandkoming van de kaarten lag bij gemeenten en de Zeeuwse netbeheerder. “We moeten checken of de lokale capaciteit van het netwerk op orde is om de toekomstige laadpalen aan te sluiten”, zegt Roger Brouwers van netbeheerder Enduris. Volgens hem hebben de plankaarten veel voordelen. “Je stelt de behoefte van elektrische rijders centraal. Vervolgens bereken je wat het effect daarvan is op het elektriciteitsnet. Wanneer wij zekerheid hebben dat de laadpunten er ook echt komen, kunnen we in het net investeren. Door vooruit te werken kun je bovendien slimme combinaties maken, bijvoorbeeld in de vorm van slimme laadpleinen.”

Verkeersbesluit voor meerdere palen
Rob Kösters, beleidsmedewerker Verkeer van de gemeente Middelburg, ziet in de praktijk nog een belangrijk voordeel van de laadpaalplankaarten. “Als je een laadpaal realiseert per aanvraag, moet je daarvoor telkens een aparte procedure doorlopen voor een verkeersbesluit. Met behulp van de kaart nemen we in Middelburg nu één verkeersbesluit voor 300 laadpunten tegelijk die we de komende jaren gaan uitrollen. Vooraf vergt het extra denkwerk samen met de netbeheerder om de locaties te bepalen, maar het besluitvormingsproces daarna zal veel sneller gaan.”

Weinig aparte aanvragen
In Alphen aan den Rijn merken ze al hoe efficiënt een laadpaalplankaart werkt. “Op basis van de kaart kunnen laadpaalexploitanten eens per jaar laadpunten aanvragen”, vertelt Jeroen Verkade, beleidsmedewerker Verkeer van de gemeente. “Wat we merken, is dat bedrijven of particulieren ons nog maar weinig apart benaderen om laadpunten aan te vragen. Voor ons is dat een teken dat we nu goed aansluiten op de groeiende laadbehoefte. Voor het verkeersbesluit kwamen ook nauwelijks bezwaren.”

Kortere doorlooptijden
Alphen aan den Rijn is onderdeel van het gemeentelijke samenwerkingsverband Holland Rijnland, waar Mirjam Piepenbrink projectleider Duurzame Mobiliteit is. “In 2017 is het Energieakkoord Holland Rijnland gesloten waaruit de werkgroep Duurzame Mobiliteit is ontstaan. Daar hebben we een aanzet gegeven voor de ontwikkeling van de plankaarten, omdat proactief werken tot kortere doorlooptijden leidt.” Hoewel Verkade in zijn gemeente geen klachten over vertragingen kent, merkt Piepenbrink dat dit soms wel voorkomt. “Bijvoorbeeld een tekort aan installateurs kan leiden tot een langere doorlooptijd voor plaatsing van laadpalen.”

Landelijke werkgroep Versnellen proces
“Natuurlijk hebben we alle schakels nodig om de uitrol van laadinfrastructuur zonder haperingen te laten verlopen’, erkent Inge van Westbroek, regisseur Duurzame Mobiliteit van de provincie Zuid-Holland en net als De Bruijn coördinator van de NAL-regio Zuidwest-Nederland. “Maar alle betrokken partijen staan met het versneld aanleggen ook voor een enorme opgave. De plankaarten gaan helpen om de uitdaging efficiënt aan te pakken. Daarbij moeten we in de praktijk van elkaar leren. Gemeenten en netbeheerders wisselen onderling ervaring uit. De knelpunten die we signaleren, kunnen we vervolgens via onze NAL-regio agenderen bij de landelijke NAL-werkgroep Versnellen proces. Die gaat dit zeker oppakken.”

Cookie-instellingen